Langer thuis wonen: 4 uitdagingen voor gemeentes
Gemeentes hebben het niet makkelijk. Na de decentralisatie van een aantal overheidstaken naar de gemeentes, berust bij hen onder meer de verantwoordelijkheid voor het groeiende aantal senioren in hun woonplaats. Dat betekent in de praktijk 4 fikse uitdagingen.
Het uitgangspunt dat elke senior zo lang mogelijk de regie moet houden over zijn leven, is natuurlijk alleen maar toe te juichen. Want dat is precies wat mensen – ongeacht hun leeftijd overigens – gelukkig maakt: dat je zelf bepaalt waar en hoe je leeft. Die wens komt mooi overeen met de doelstelling van de overheid dat burgers tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen. Aan gemeentes de taak om hen daarin te ondersteunen.
Dat is een complexe verantwoordelijkheid. En eentje die nogal wat uitdagingen met zich meebrengt. Om te beginnen vereist het voldoende financiële armslag. Geen sinecure, nu de overheid bezuinigt op het budget voor wijkverpleging en huishoudelijke zorg. Daarnaast vraagt het van gemeentes een adequate inhoudelijke visie. Waar hebben oudere inwoners behoefte aan? En hoe kom je ze daarin het best tegemoet? Hoe organiseer je een woonomgeving die faciliteert, stimuleert en inspireert?
Uitdaging 1: Voldoen aan de vraag naar geschikte woningen
In 2040 zal Nederland 4,6 miljoen 65-plussers tellen. Op dit moment woont driekwart van de 85- tot 89-jarigen nog zelfstandig, en meer dan de helft van de 90-plussers.
Zelfstandig wonen betekent echter niet dat senioren per definitie in hun oude, vaak te grote huis moeten blijven zitten. Ten eerste belemmert dat de doorstroming op de woningmarkt. Bovendien zal ook niet elke woning hiervoor geschikt zijn of voldoende kunnen worden aangepast. Voor de financiering van die noodzakelijke aanpassingen kunnen inwoners overigens (deels) een beroep doen op de Wmo. De gemeente moet dus over de nodige expertise beschikken om een goede afweging van een subsidie-aanvraag te kunnen maken.
Tot 2025 komen er weliswaar landelijk 44.000 levensloopbestendige woningen per jaar bij. Maar de vraag – sommige gemeentes zullen tegen die tijd met een vergrijzingspercentage van meer dan 25 procent kampen – is veel groter.
Ergo: om aan de toekomstige vraag te kunnen voldoen, moeten gemeentes prioriteit geven aan het bouwen van geschikte woningen voor senioren.
Uitdaging 2: Sociale integratie stimuleren
Woningen ontwikkelen voor de oudere generatie is niet alleen maar een kwestie van stenen stapelen. Minstens zo belangrijk zijn de mogelijkheden voor sociale integratie. 65-Plussers staan nog midden in het leven. Om vereenzaming tegen te gaan – 40 procent van de 50-plussers kampt met eenzame gevoelens – moeten zij actief bij de buurt betrokken worden.
Omgekeerd moet het voor wijkbewoners aantrekkelijk zijn om gebruik te maken van ruimtes en faciliteiten binnen een wooncomplex voor ouderen. In een buurtrestaurant bijvoorbeeld kunnen jong en oud binnenlopen.
Verder moeten er, uiteraard in goed overleg met de hoofdbewoners, gezamenlijke ontmoetingsruimtes zijn. Hier kunnen kookworkshops, cursussen, sport- en ontspanningsactiviteiten en andere collectieve initiatieven georganiseerd worden. Er zijn voorzieningen nodig als boodschappendiensten en maaltijdenservices. Dit alles helpt mee om te voorkomen dat hulpbehoevende senioren in een isolement terechtkomen.
Wie merkt dat hij gezien wordt, erbij hoort, voelt zich beschermd.
Uitdaging 3: Een woonvormvisie voor senioren ontwikkelen
Levensloopbestendig wonen houdt méér in dan de aanwezigheid van hulpmiddelen die misschien ooit nodig zijn. Of nooit. En wie wil er nou geconfronteerd worden met voorzieningen waaraan hij (nog) geen behoefte heeft? Het is dus ideaal als zulke praktische faciliteiten in een handomdraai kunnen worden aangebracht zodra ze wel nodig zijn.
Ook domotica maken het leven een stuk makkelijker. Denk bijvoorbeeld aan sensors voor verlichting. Of aan de inzet van beeldbellen en e-health. Dat laatste levert de gemeente bovendien een besparing op zorgkosten op. Een niet te onderschatten voordeel.
Maar alleen met e-health ben je er qua gezondheidszorg natuurlijk niet. Voldoende aanbod van thuiszorg is essentieel. Ook dat is een verantwoordelijkheid van de gemeente.
Het ontwikkelen en bouwen van comfortabele, energiezuinige en duurzame woningen vereist dus een concrete visie. Aan welke normen moeten ze voldoen? Wat zijn de wensen en behoeftes van toekomstige bewoners?
Uitdaging 4: Het creëren van een veilige woonomgeving
Tot slot is het de taak van de gemeente om een veilige woonomgeving te creëren. Dat betekent een overzichtelijke infrastructuur met goede straatverlichting, trottoirs en fietspaden. Meer zichtbaarheid van wijkagenten. Parkeermogelijkheden voor de deur. Maar ook: voldoende aanbod aan winkels, recreatie, horeca en zorgvoorzieningen op loopafstand. Er moet makkelijk gebruik kunnen worden gemaakt van het openbaar vervoer.
Een veilig gevoel wordt echter ook gevoed door andere aspecten. Zoals de sociale cohesie in de wijk. Ook daarom is het belangrijk dat een gemeente de participatie van ouderen in buurtinitiatieven stimuleert. Wie merkt dat hij gezien wordt, erbij hoort, voelt zich beschermd.
Kortom, de uitdaging om binnen amper twintig jaar het woningaanbod voor senioren landelijk op peil te hebben is groot. En, zoals gezegd, vooral complex. En bovenal: acuut. De gemeentes spelen hierbij een sleutelrol. Zij moeten nú naar oplossingen en alternatieve woonvormen zoeken. Die, behalve duurzaam, veilig en levensloopbestendig, als het even kan ook aantrekkelijk en inspirerend zijn.
Groupius Wonen ontwikkelt smaakvolle toekomstbestendige woningen. Door middel van slim ontworpen gebouwen en handige technische oplossingen groeit de woning met de (zorg)behoefte mee, zonder dat men daar nu iets van ziet. De locaties zijn goed bereikbaar, dichtbij winkels en altijd in de buurt van eerstelijnszorg zoals een huisarts. Hier kunt u comfortabel verblijven, veilig wonen en in contact komen met bewoners en mensen van buiten op de speciaal daarvoor ontworpen ontmoetingsplekken.